De spelers zetten om de beurt een steen op het bord. Zwart begint altijd.

Je zet een steen op het kruispunt van twee lijnen. Zo'n kruispunt noemen we een punt op het bord. Je mag op elk leeg punt spelen. Je mag ook op de punten aan de rand en in de hoek spelen. Als een steen eenmaal gezet is, mag je hem niet meer verplaatsen.

Op het bord hiernaast zie je een voorbeeld van een partij. Onder het bord staan knoppen om de partij af te spelen.

Het doel van het spel is een groter deel van het bord te omsingelen dan je tegenstander. Go wordt daarom ook wel een omsingelspel genoemd. Aan het eind van dit hoofdstuk komen we hier op terug en leggen we uit wanneer het spel eindigt en hoe je bepaalt wie er heeft gewonnen.

We gaan nu eerst enkele spelregels en begrippen leren.